“Ik word een medereiziger op het levenspad van mijn client en elke keer voelt dat als het lezen van een nieuw boek.”
Je hebt een niet-Nederlandse achtergrond. Hoe ben je in Nederland terecht gekomen?
Ik ben opgegroeid in Servië en heb daar tot mijn 32e gewoond. In Servië heb ik psychologie gestudeerd en daarna de opleiding tot GZ-psycholoog. Vervolgens heb ik daar ook een jaar Cognitieve Gedragstherapie gevolgd en vier jaar de opleiding tot Gestalt psychotherapeut. Ik heb als GZ-psycholoog in een instelling gewerkt op de kinderafdeling, maar al in Servië ben ik mijn vrijgevestigde praktijk begonnen. In Nederland ben ik door de liefde terecht gekomen.
Hoe ben je op het idee gekomen om als vrijgevestigd psycholoog te gaan werken?
Dankzij mijn Gestaltopleiding kon ik in 2008 in Nederland direct aan de slag als alternatieve genezer-gestalttherapeut in een eigen praktijk. In 2010 werden mijn diploma´s uit Servie erkend en kon ik als GZ-psycholoog werken. In Servie was ik mijn eigen praktijk al begonnen, omdat ik van mening was dat ik genoeg ervaring had opgebouwd. Ik vond het een leuke uitdaging om een eigen onderneming te starten en deed dat in Nederland graag nog een keer.
Ik ben van nature een ondernemend persoon. Ik houd van nieuwe dingen leren, iets opstarten en opbouwen. Ook vind ik het fijn mijn eigen baas te zijn en zelf de beslissingen te nemen over mijn werk. Natuurlijk zijn er ook nadelen aan zelfstandig werken. Ik heb geen collega´s met wie ik samen pauze houd, lunch of teamuitjes heb. Maar gelukkig werken er in het gebouw waar ik mijn praktijk heb veel psychologen en alternatieve genezers zelfstandig. Af en toe spreken we wat af of kletsen we gezellig in de keuken.
Je behandelt mensen met een andere culturele achtergrond. Kun je wat over je doelgroep vertellen?
Toen ik naar Nederland kwam moest ik nog Nederlands leren. Daarom begon ik met Engelstalige/ Servisch-Bosnisch- Kroatische klanten. Ik merkte al snel dat dat Expats bepaalde probleem hebben, die onzichtbaar zijn, zoals sociale isolatie, beperkte contacten en heimwee. Dit zie je vooral bij de partner die “thuis zit”. Andere problemen die ik tegen kom is de culturele schok. Ze hebben bijvoorbeeld moeite zich aan te passen aan de Nederlandse gewoontes, het weer, de cultuur, het eten, de fietspaden en noem maar op.
Wat ik ook zie is dat ze onrealistische verwachtingen kunnen hebben over hoe lang het duurt voordat ze zich hier thuis voelen en dat ze moeite hebben om zich te settelen als gezin met of zonder kinderen.
Buitenlandse studenten die bij mij komen zijn vaak voor het eerst weg van huis in een vreemd land. Ze hebben moeite om de weg te vinden, vrienden te maken of hobby´s te leren zonder dat zij kennis hebben van de Nederlandse taal.
Voor gezinnen is het soms juist al de derde of vierde verhuizing. Er zijn er ook bij de gevlucht zijn uit het land van herkomst. Dan speelt een rouwproces mee. Een terugkerend thema in mijn praktijk is dan ook de identiteitscrisis. Dit uit zich dan in klachten die we ook weleens de expat blues noemen. Angststoornissen, depressies, burn outs, trauma’s, weinig zelfvertrouwen, problemen met grenzen, assertiviteit enz.
Wat moeten andere psychologen weten over jouw doelgroep?
Deze doelgroep heeft naast psychologische hulp meer steun nodig, om een leven op te bouwen in Nederland. Soms zijn hun vragen vooral praktisch. Veel van hun steunpunten zijn uitgevallen, vrienden en familie zijn ver weg. Emotionele steun is daarom ook erg belangrijk.
Iemand die die angstig of depressief is en weinig steun heeft in de nieuwe omgeving, zal meer op de therapeut leunen en kan sneller meer ernstige symptomen ontwikkelen. Daarom is het altijd goed om te onderzoeken hoeveel steun ze hebben in hun nieuwe omgeving. Het is zinvol om als therapeut deze cliënten te stimuleren om vrienden te gaan zoeken, hobby’s, Nederlands te leren ondanks hun depressiviteit en angsten.
Soms verwachten ze dat na 1-2 jaar meer thuis zullen voelen, maar dat is dan niet zo. Teleurstelling en neerslachtigheid zijn dan vaak de consequenties van hun verwachtingen. Lees je als therapeut in over de cultuurschok en reverse cultuurschok (als ze het land weer gaan verlaten) en informeer daarover je cliënten. De meesten zoeken hulp in de tweede fase, in welke zij Nederland als een nat, donker en oneerlijk land zien en Nederlanders als kil, bot en onvriendelijk. Leg hen uit dat het best mogelijk is dat Nederland op een dag als thuis gaat voelen, maar ook als een mooi tussenland, als ze weer verder gaan verhuizen. Werk aan “verschillend zijn is ook goed”. Dat is nodig voor hun zelfvertrouwen, maar ook voor de acceptatie van hun nieuwe land en landgenoten.
Vergeet niet dat een rouwproces voor alles wat ze achter hebben gelaten een grote belangrijke rol mee speelt. Psycho-educatie is hier dan ook zeer belangrijk, om hun gevoelens en ervaringen te normaliseren. Een ander belangrijk aspect voor de therapeut is zich bewust te zijn van de cultuurverschillen ook tussen de therapeut en de client.
Het is belangrijk je te verdiepen in de cultuur, de normen en waarden en op welke wijze deze het gedrag beïnvloeden. Daarbij is het goed om te weten welke normen en waarden jezelf hebt en op welke manier die invloed hebben op jouzelf. Vergeet ook niet dat bij deze doelgroep de stress van de verhuizing en aanpassing, vaak samen valt met start van een nieuwe baan, gezin, ouderschap enz. Expats hebben daarom een grotere kans in een burn-out te belanden. Voor de rest is mijn advies aan therapeuten om een veilige vertrouwde plek te creëren, waar ze hun ei kwijt kunnen, mogen klagen, rouwen en groeien.
Kun je een voorbeeld geven uit de praktijk van een hulpvraag die bijv. heel cultureel bepaald is?
Vrouwen uit meer conservatieve culturen hebben vaak heel verschillende ideeën over grenzen aangeven, assertief zijn, de rol van een vrouw, de zorg voor familie, verdeling van taken, seks, relaties enz. dan westerse vrouwen. In internationale relaties of relaties tussen Nederlandse en een buitenlandse partner komen vaak misverstanden en conflicten door cultuurverschillen. Daar zijn partners zich vaak niet bewust van.
Een ander voorbeeld is dat in sommige culturen de schaamte voor mentale problemen erg groot is.
Heb je een voorkeur voor een bepaalde therapievorm en waarom?
Ik ben opgeleid in verschillende therapievormen. Gestalt therapie, inzichten creëren, experimenteren en patronen opzoeken heeft nog steeds mijn grote voorkeur. In Nederland heb ik de EMDR opleiding gedaan en dat doe ik ook graag, omdat het zo effectief is. Cognitieve Gedragstherapie vind ik vooral een praktische waarde hebben. Mindfulness ervaar ik ook als een goede manier om klanten te leren ontspannen en in het moment te leven. In principe zie ik het zo dat het afhangt van de cliënt en zijn hulpvraag, maar ook van wat ik denk dat het best zou werken op dat moment.
Merk je een invloed van de huidige tijd op de hulpvraag van jouw cliënten?
In het begin van de pandemie waren mensen meer angstig en de laatste tijd merk ik ook een toename in frustratie, irritatie en neerslachtigheid. Meer mensen zijn hulp aan het zoeken. Er zijn ook wel meer mensen met burn-out klachten dan ooit heb ik het idee. Ook al voor de pandemie was die trend zichtbaar. Alles verandert zo snel tegenwoordig. Mensen voelen zich overprikkeld, er wordt meer en meer van hen verwacht, ze gaan proberen nog harder te werken tot dat het niet meer kan.
Hoe behoud jij je motivatie voor je werk?
Het blijft leuk om mensen te helpen, om samen met mijn klanten verdrietig te kunnen zijn en daarna weer samen te lachen. Elke mens lijkt op elkaar maar iedereen is ook uniek. Ik vind mijn werk best creatief, elke keer zijn we weer op zoek naar wat een mens motiveert, belemmert en hoe dat anders of beter kan. Ik word een medereiziger op het levenspad van mijn client en elke keer voelt dat als het lezen van een nieuw boek. Psychologie is zo interessant en er is nog zoveel onbekend. Elke dag is er wel iets nieuw te leren. Ik heb denk ik wel duizend boeken in mijn kast, en niet genoeg tijd om alles te lezen. Dat blijft.
Wat ik een groot nadeel vind is dat de administratie de laatste jaren erg is toegenomen en een te groot deel van mijn tijd vraagt. Meer en meer collega´s nemen een secretaresse om hun werk te kunnen blijven doen. Ik heb dat nog niet gedaan, maar elke keer denk ik aan weer aan. Soms heb ik gevoel dat zorgverzekeraars en wetgevers geen vertrouwen in ons hebben. Controle neemt elk jaar toe, er worden minder probleemgebieden door verzekeraars vergoed, er wordt weinig aan preventie gedaan, en dat vind ik best teleurstellend. We hebben niet voor dit werk gekozen om geld voor niets te vragen. We zijn professionals en we kunnen zelf bepalen wat voor onze cliënten het beste is, zonder dat we er over aangesproken moeten worden. En cliënten met weinig geld moeten toegang hebben tot psychologische hulp, ook als ze niet precies onder een DSM classificatie vallen. De POH-GGZ is een goede toevoeging, maar soms is er echt meer nodig.
Wat vind jij de belangrijkste kracht van de vrijgevestigde psychologen?
Ik vind dat het bouwen van een relatie een belangrijke healing power heeft. Wat ik hoor van klanten is dat in instellingen vaak cliënten steeds nieuwe behandelaars krijgen en een vertrouwde relatie opbouwen is dan moeilijk. Doordat wij als vrijgevestigden de client steeds dezelfde kamer en dezelfde persoon bieden geeft dat de klant een groter gevoel van veiligheid en vertrouwen. Cliënten kunnen ons makkelijker aan de lijn krijgen, mocht dat nodig is. Het is volgens mij wat meer persoonlijk dan als mensen naar instanties gaan. Ik zeg hier niet mee dat daar geen juiste hulp geboden is, alleen wat ik als een voordelen zie bij een vrijgevestigde praktijk.
Waarom vind je het belangrijk om bij een coöperatie als Psyzorg Hoflanden aangesloten te zijn?
Als zelf expat zijnde, waardeer ik het gemeenschappelijk erg. Kleine clubjes mensen, mijn netwerk collega´s. het is ook heel fijn dat de juiste informaties door collega’s wordt verzameld en verspreid. Dat vind ik echt een gouden ei, dat ik niet alles zelf hoef te lezen en uitvinden. Vaak bieden we aan elkaar workshops, en kunnen we makkelijk tussen ons een vrije plek regelen voor cliënten.